-
1 culminate
v. culmineren, zijn hoogtepunt bereiken[ kulminneet] 〈zelfstandig naamwoord: culmination〉 -
2 height
n. hoogte; hoogvlakte; hoogtepunt[ hajt]1 hoogte ⇒ lengte, peil, niveau♦voorbeelden:at its height • op zijn hoogtepunt -
3 in his prime
in zijn volle sterkte, op zijn hoogtepunt, in midden van zijn slaap -
4 at its height
at its height -
5 hill
-
6 over the hill
over the hill -
7 Leonid Meteor Shower
(Astronomie) jaarlijkse meteorietenbui gedurende de maand november voorkomend in of nabij het gesternte leo (op zijn hoogtepunt tijdens het elke 33 jaarlijkse passeren van de komeet Tempel Tuttle) -
8 past his prime
passeerde de top, is over zijn hoogtepunt heen -
9 high
adj. hoog; adellijk; stoned (door de drugs)--------adv. hoog, boven--------n. verheven; hoge versnelling; hoogtepunthigh1[ haj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————high2〈 higher〉1 hoog ⇒ hooggeplaatst, verheven2 intens ⇒ sterk, groot4 vrolijk♦voorbeelden:high camp • superkitsch(erig)high circles • hogere kringenhigh command • opperbevelHigh Commission • ambassade van een Gemenebestlid in een ander GemenebestlandHigh Commissioner • Hoge Commissarishigher court • hoger rechtscollegehigh fashion • haute coutureHigh Mass • hoogmisa high opinion of • een hoge dunk vanhave friends in high places • een goede kruiwagen hebben〈 ook meteorologie〉 high pressure • hoge druk; 〈 informeel〉 agressiviteit 〈van verkooptechniek e.d.〉high priest • hogepriesterhigh society • de hogere kringenhigh water • hoogwaterthe Most High • de Allerhoogstehigh gear • hoge versnellinghigh hopes • hoge verwachtingena high wind • een harde windhigh treason • hoogverraad〈Amerikaans-Engels; informeel〉 high roller • patser, iemand die met geld smijt, supergokkerthe high sea(s) • de volle zeeplay for high stakes • het hoog spelen〈 Brits-Engels〉 high tea • vroeg warm eten, vaak met theecome hell or high water • wat er ook gebeurthigh and mighty • uit de hoogteII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 gevorderd ⇒ hoog, op een hoogtepunt♦voorbeelden:high season • hoogseizoenhigh summer • hoogzomerit's high time we went • het is de hoogste tijd om te gaan♦voorbeelden:————————high3〈 bijwoord〉2 schel♦voorbeelden:feelings ran high • de emoties liepen hoog opride high • succes hebbensearch high and low • in alle hoeken zoeken→ hog hog/ -
10 top
adj. bovenste--------n. bovenkant; bergtop, hoogtepunt, apex; bedekking, deksel, kap;--------v. overtreffen, uitmunten, zich verheffen boven; toppentop1[ top] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bovenstuk/kant ⇒ tafelblad; bergtop; boomtop; kap 〈 van kinderwagen, auto enz.〉; dop 〈 van fles, vulpen〉; top(je) 〈 kledingstuk〉; bovenleer 〈 van schoen〉; deksel; kroonkurk; room 〈 op melk〉; bovenrand 〈 van bladzijde〉3 beste/belangrijkste 〈van klas/organisatie〉♦voorbeelden:at the top of his career • op het hoogtepunt van zijn carrièrefrom top to toe • van top tot teen(shout) at the top of one's voice • luidkeels (schreeuwen)come to the top, reach the top • de top bereiken(sit) at the top (of the table) • aan het hoofd (van de tafel zitten)on top • boven(aan)3 be/come out (at the) top of the form/school • de beste van de klas/school zijn(feel) on top of the world • (zich) heel gelukkig (voelen)come out on top • overwinnenget on top of something • iets de baas wordenthe problems got on top of him • de problemen werden hem te veelkeep on top of • de baas blijvensleep like a top • slapen als een oson top of his salary • boven op zijn salarison top of that • daar komt nog bij, bovendien→ big big/————————top2♦voorbeelden:top leader • topleidertop prices • hoogste prijzenat top speed • op topsnelheid————————top3〈werkwoord; topped〉♦voorbeelden:topped with • met een top vanto top it all • tot overmaat van ramp5 top and tail • afhalen, doppen -
11 very
adj. precies, werkelijk, waar; uiterst--------adv. erg, zeervery12 zelf ⇒ zelfde, juist, precies♦voorbeelden:do one's very best • zijn uiterste best doenat the very height of his career • op het absolute hoogtepunt van zijn carrière2 under my very eyes • uitgerekend/vlak onder mijn ogenthe very man he needed • precies de man die hij nodig hadhe is the very picture/spit of his father • hij is het evenbeeld van zijn vaderhe died in this very room • hij stierf in deze zelfde kamerthis is the very thing for me • dat is net iets voor mijthese were his very words • dit waren letterlijk zijn woorden3 the very fact that … • alleen al het feit dat …¶ the very idea! • wat een idee!————————very2〈 bijwoord〉1 heel ⇒ erg, zeer; aller-2 helemaal3 precies♦voorbeelden:the very last day • de allerlaatste daghe looked very tired • hij zag er heel moe uitvery good/well, Sir! • heel goed/zeker, meneer!thanks very much • heel erg bedankthe is very much better today • hij is heel wat beter vandaagnot so very difficult • niet zo (erg)/(al) te moeilijkoh, very well then! • oh, goed dan (, als het moet)!→ well well/ -
12 prime
adj. hoofd-; hoofdzaak; uitgelezen, prima; essentieel; voortreffelijk--------n. hoogste volmaaktheid, bloei, hoogtepunt; priemgetal (wisk.)--------v. (motor) opgang brengen; opladen; beginnen; klaarmaken (voor gebruik)prime1[ prajm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she's well past her prime • ze is niet jong meer————————prime2♦voorbeelden:the prime meridian • de nulmeridiaanprime motive • hoofdmotief————————prime3〈 werkwoord〉3 〈 techniek, technologie〉 op gang brengen 〈 door ingieten van water of olie〉 ⇒ voeden 〈 pomp〉, injecteren 〈 motor〉♦voorbeelden: -
13 record
adj. record--------n. lijst; getuigenis; top, hoogtepunt; register (ook in computers); verleden; (grammofoon)plaat, verslag; (in computers) register--------v. noteren; opnemenrecord1[ rekko:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verslag ⇒ rapport, aan/optekening2 document ⇒ archiefstuk, officieel afschrift3 vastgelegd(e) feit(en) ⇒ het opgetekend/gerapporteerd zijn4 staat van dienst ⇒ antecedenten, verleden6 record♦voorbeelden:1 for the record • openbaar, officieeloff the record • vertrouwelijk, onofficieel3 matter of record • te boek gesteld/algemeen bekend feitbe on record • (officieel) geregistreerd zijn, in de geschiedenis vermeld wordengo on record as saying • publiek(elijk) verklaren4 have a record • een strafregister/blad hebben6 break/make/establish a record • een record breken/vestigen→ straight straight/————————record21 record-♦voorbeelden:record sales • recordverkoop/omzet————————record3[ rikko:d]♦voorbeelden:1 optekenen ⇒ noteren, te boek stellen♦voorbeelden:a thermometer records the temperature • een thermometer registreert de temperatuur -
14 at the top of his career
-
15 at the very height of his career
-
16 crest
n. pluim (van veren); kam (v.d. haan); top--------v. de top bereikencrest1[ krest] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kam ⇒ pluim, kuif2 helmbos/pluim ⇒ vederbos3 top ⇒ berg/heuveltop; golfkam♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 he's riding the crest (of the waves) • hij is op het hoogtepunt van zijn macht/carrière/succes …————————crest2〈 werkwoord〉 -
17 crown
n. koninklijke kroon; decoratief hoofddeksel; hoofdkrans; bovenste gedeelte van hoofd; top, hoogtepunt; personificatie; gedeelte van de tand boven het tandvlees; kunstmatige kroon op tand of kies; vroeger Engels muntstuk--------v. kronencrown1[ kraun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (blader/bloem)krans2 〈 vaak Crown〉 (konings)kroon ⇒ 〈 figuurlijk, steeds met the〉 vorstelijke macht/heerschappij; regering; 〈Brits-Engels; juridisch〉 openbare aanklager4 〈 benaming voor〉hoogste punt/bovenste gedeelte ⇒ (hoofd)kruin; boomkroon/kruin; (heuvel)kam/kruin; corona, kroon 〈van tand/kies, ook als prothese〉, jacket(kroon); kroon 〈 van edelsteen〉♦voorbeelden:succeed to the crown • op de troon komen————————crown2〈 werkwoord〉1 kronen2 bekronen ⇒ belonen, eren3 kronen ⇒ de top vormen/bedekken van, sieren4 voltooien ⇒ (met succes) bekronen, de kroon op het werk vormen/zetten♦voorbeelden:1 crowned heads • gekroonde hoofden, regerende vorstencrowning touch • klap op de vuurpijl -
18 feature
n. kenmerk, karakteristiek; opvallende eigenschap; gezichtsvorm; volledige film; attraktie; vaste rubriek (in de krant); (in computers) eigenschap, positieve eigenschap van een produkt--------v. een (belangrijke) plaats innemen; vertonen; brengen, speciale aandacht besteden aanfeature1[ fie:tsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 (hoofd)kenmerk ⇒ hoofdtrek, karakteristiek3 hoogtepunt ⇒ specialiteit, hoofdnummer♦voorbeelden:————————feature21 een (belangrijke) plaats innemen ⇒ prominent zijn, opvallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 brengen ⇒ speciale aandacht besteden aan, doen uitkomen♦voorbeelden:2 the shop features video-recorders this month • deze maand heeft de zaak een speciale aanbieding van videorecorders -
19 he's riding the crest (of the waves)
hij is op het hoogtepunt van zijn macht/carrière/succes …English-Dutch dictionary > he's riding the crest (of the waves)
-
20 in its prime
in de kracht van zijn leven,bloei,hoogtepunt
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Manuscrit de Gruuthuse — Fol. 28r du manuscrit de Gruuthuse avec, en bas à droite, la chanson d’Égide Le manuscrit de Gruuthuse est un recueil d’œuvres littéraires et de chansons en moyen néerlandais dont le noyau le plus ancien remonte vraisemblablement vers 1395,… … Wikipédia en Français